De eerste skivakantie zit er helaas op. De grote vraag is natuurlijk, hoe heeft deze Dummie het ervan af gebracht? Dat ik op de eerste dag een nieuwe bijnaam kreeg, namelijk Gebrekski, zal de lading ongeveer moeten dekken.
Laat ik allereerst beginnen met de checklist die ik in mijn vorige blog gemaakt heb.
Ik ga minstens vijftien keer vallen
Dit minimum heb ik ruimschoots gehaald… Op de eerste skidag… Binnen de eerste drie uur.
Ik krijg op dag twee spierpijn dat vervolgens de hele week aanhoudt
En de week erna ook nog.
Ik ga mezelf afvragen waarom ik niet gesport heb
Holy crap… Ik ben al buiten adem tijdens het aantrekken van de skischoenen.
Mijn hoofd gaat perfect passen bij mijn fuchsia roze jas
Jezus, wat heb ik het warm!
Ik ga mezelf afvragen waarom ik niet gesport heb
Ben ik de enige die al helemaal kapot is VOORDAT ik de piste bereikt heb?
Na deze vakantie hoef ik de komende tijd geen bier meer.
Vanwege de grote hoeveelheid sterke drank, heb ik geen enkel normaal biertje aangeraakt. En zoals het liedje “Radler ist kein Alkohol” al aangeeft, telt dit drankje niet mee.
Ook geen amaretto meer
Amaretto gaat er nog prima in. Knakworsten daarentegen hoef ik het komende jaar niet meer te zien.
Ondanks de dagelijkse beweging ben ik toch twee kilo aangekomen
Correctie, het is drie kilo geworden. Komt vast door de dagelijkse hoeveelheid knakworsten.
Ik raak minstens een keer mijn skistokken kwijt… Of neem die van een ander mee
Check! Ik ben trouwens ook beide ski’s verloren tijdens een perfecte faceplant, doordat ik een berg sneeuw over het hoofd zag. Kan ik gelijk het kopje sneeuw happen van deze lijst afvinken. Thank God geen gele sneeuw.
Ik ga me afvragen waarom ik niet gesport heb
De skiliften zijn perfect om weer een beetje op adem te komen.
Tot zover de checklist. Tijd om de hoogtepunten van deze vakantie uit te lichten. Ik ben zo ontzettend blij met mijn vriendengroep. Niet alleen omdat ze als een grote moedereend achter mij aan skiën en mij overeind helpen als ik weer eens lig af te koelen onder een hoopje sneeuw. Maar vooral omdat we zoveel lol met elkaar hebben. Ik heb uiteraard ook weer erg moeten lachen om mijn vriend. Terwijl we in de skilift zitten, kijkt hij naar de pistes onder ons. “Hoe zouden ze de pistes zo mooi krijgen? Zouden er misschien beton platen onder liggen?” Even later vertel ik de rest van de groep over deze uiterst grappige opmerking. Zo’n opmerking kan ik natuurlijk niet onopgemerkt aan me laten voorbij gaan. ’s Avonds bij het avondeten speelt iedereen mooi mee. “Jeetje, wat waren de pistes slecht vandaag. Al die stukken beton die ertussen door kwamen.” Links naast me wordt mijn vriend wakker. “Zie nou wel Rebecca dat er beton onder de piste ligt.” Oh shit, hij is nog steeds serieus. Even later valt uiteindelijk het kwartje.
Ook de avonden zorgen voor genoeg vertier. Neem bijvoorbeeld het spelletje Uit de Hoge Hoed, waar we bekende mensen moeten beschrijven en uitbeelden. Op een van de briefjes stond de Noord-Koreaanse leider Kim-Jong-Il vermeld. Terwijl ik zijn naam typ, controleer ik op Wikipedia hoe die knakker ook alweer heet. Want ons groepje kon maar niet op de juiste naam komen. Kim-Jong-Lee, Kim-Jong-Un, en de rest van het Chinese afhaalmenu wordt erbij gehaald. Resultaat: de tijd is om en de groepsleider is lichtelijk gefrustreerd door zijn incapabele groepsgenoten.
Naast skiën is het jatten van elkaars skistokken of snowboard ook een goed tijdverdrijf. Of elkaar een zetje geven, zodat je bijna de stoeltjeslift mist en met je smoel in de sneeuw ligt. Gelukkig kon ik dit laatste voorkomen door een van mijn vrienden op tijd terug te trekken. Wist je trouwens dat ik de eerste skidag als een Sneeger (sneeuw neger) op de latten stond? Mijn geleende skibroek zat namelijk wel heel erg baggy rond mijn billen, oftewel het kruis hangt op mijn knieën. “Waar zijn je bretels?” Bretels, welke bretels? De rest van de dag zit ik constant mijn broek op te hijsen en is mijn thermo-ondergoed inmiddels doorweekt van de sneeuw. Terwijl ik tijdens de après ski afgepeigerd op een barkruk zit te “dansen,” voel ik iets in mijn dij prikken. Na wat gegraai in mijn skibroek kom ik tot een aangename ontdekking: hier zit mijn bretels! Ben ik even blij dat ik hier op de eerste dag achter kom en niet aan het einde van de vakantie.